Inge Ipenburg baalt behoorlijk: ‘GTST hield zich niet aan belofte’
Inge Ipenburg, vooral bekend als Martine Hafkamp uit Goede Tijden Slechte Tijden, baalt dat de makers van de soapserie hun belofte nooit zijn nagekomen. “Maar geen bitterheid.”
Nu is ze alweer 67 jaar, maar Inge Ipenburg was begin dertig toen ze doorbrak als Martine Hafkamp in de soapserie Goede Tijden Slechte Tijden, dat vroeger een enorme hit was. Haar leven veranderde er echt compléét door, vertelt ze in gesprek met de Beau Monde. “Ik werd wereldberoemd in Nederland”, herinnert ze zich.
(H)erkenning
Voelde het als erkenning? “Even misschien, maar al gauw had ik door dat het herkenning was, geen erkenning. Acteurs die ik bereslecht vond, werden net zo hard op het schild gehesen.”
Nog altijd wordt Inge door sommige mensen Martine genoemd. “Ik heb haar helemaal niet zo lang gespeeld, maar die rol is mensen het meest bijgebleven. Laatst nog toen er aan mijn huis werd gewerkt: ‘Ik noem je Martine, dat kan ik beter onthouden.’ Als ik doodga, dan staat er in de krant: ‘Martine Hafkamp is overleden, eindelijk’.”
In de weg
De herkenning heeft haar behoorlijk in de weg gezeten. “Ik had amper audities en er werd nog neergekeken op soapacteurs. Toch volgden er nog aardig wat rollen.”
Naarmate Inge ouder werd, droogden het aantal rollen op. “Toen ging ik meer achter de schermen werken: presentatoren en beginnende artiesten coachen, presentatietrainingen geven. Leuk, maar ik miste het creatieve. Het vertellen van verhalen.”
Comeback
Inge heeft uiteindelijk een boek geschreven, maar een écht grote actrice is ze nooit geworden. “Ik zou graag een fijne rol spelen, maar mijn geluk hangt er niet meer vanaf. Ik ben een paar keer teruggegaan naar GTST. Op hun verzoek en met de verzekering dat ik daardoor meer werk zou krijgen. Daar zouden zij voor zorgen, wat niet gebeurde.”
En dat is wel een beetje teleurstellend van de GTST-makers, vindt ze. “Maar geen bitterheid of boosheid van mijn kant. Als het anders was gelopen, had ik misschien nooit dat eerste boek geschreven. En van schrijven word ik, net als van acteren, gelukkig. Alleen ben ik veel onafhankelijker.”